Criteria voor projectondersteuning

LIB hanteert de volgende criteria voor projectondersteuning

  • een project moet een bijdrage leveren aan het realiseren van de door de Stuurgroep geformuleerde doelstellingen en thema’s
  • het project moet vernieuwende aspecten in zich bergen. Dit kan betrekking hebben op activiteiten rondom de ontwikkeling, de implementatie dan wel op het uitdragen of het verspreiden van de resultaten;
  • er moet voldoende draagvlak zijn in de betreffende sector en het project moet voldoende (economisch) perspectief bieden;
  • het project moet praktijkrijp zijn en concrete resultaten opleveren. De doelen moeten in concrete parameters worden uitgedrukt, zoals: actieve stof gebruik, milieubelasting, watergebruik, energiegebruik, areaal en aantal bedrijven of omzet en marktaandeel;
  • in het project moet ruimte zijn gecreëerd om de resultaten uit te dragen naar zowel sectorgenoten als partners in de keten;
  • voldoende belang voor de agrarische sector in Noord-Brabant. De Brabantse problemen en mogelijkheden moeten centraal staan en de uitvoering vindt hoofdzakelijk in Noord-Brabant plaats;
  • Het project moet passen binnen de kaders van de algemene subsidieverordening van de provincie Noord-Brabant en de Europese vrijstellingsverordening (1857/2006).

 Financieel gelden de volgende randvoorwaarden:

  • de LIB-bijdrage van door derden ingediende projectvoorstellen bedraagt maximaal 50% en ten hoogste 35.000 euro per jaar, met een maximum van 100.000 euro over 3 jaar. Er wordt afstemming gezocht met andere fondsen om projecten bij het juiste fonds onder te brengen en onnodige cumulatie van subsidies te voorkomen.
  • alleen de meerkosten ten opzichte van de gangbare bedrijfsvoering komen voor onder­steuning in aanmerking. Hierbij kan worden gedacht aan specifieke voorlichting, advise­ring, kennisinput, marktonderzoeken, en dergelijke en aan specifieke kosten met een verhoogd risi­co
  • De projectresultaten worden beoordeeld op basis van het wel of niet realiseren van de objectief vastgestelde doelstellingen in het projectvoorstel en het wel of niet uitvoeren van beoogde activiteiten in het projectplan. Het niet halen van de doelstellingen kan van invloed zijn op de uiteindelijke hoogte van de werkelijk uit te keren subsidie. Het niet uitvoeren van beoogde activiteiten heeft consequenties voor de uiteindelijke hoogte van de werkelijk uit te keren subsidie.